Skip to main content

Website | Hoe rancher te gebruiken - Howto use rancher

In deze handleiding worden meerdere manieren aangegeven hoe u een applicatie in een container kunt deployen op een Rancher kubernetes cluster. Daarnaast wordt uitgelegd hoe u de logs kunt uitlezen van een applicatie en hoe u een applicatie container kan herstarten.

Deployen via Rancher door middel van YAML:

Door de opzet op te zetten in YAML heeft u meer vrijheid om onderdelen beter te kunnen instellen. Dit geeft u meer controle over de configuratie. Het onderstaande stappenplan zorgt ervoor dat de container beschikbaar wordt.

Maak een bestand aan voor de deployment. Hieronder vind u een voorbeeld deployment YAML. Pas de onderdelen aan wat tussen de <> staat. Upload de deployment YAML naar het cluster toe in de juiste namespace. Moet de container communiceren met een andere container dan moet u de voorbeelden poorten openen, Environment variabelen en Voorbeeld Service YAML volgen. Moet de container ook via een url beschikbaar worden, volg dat ook Voorbeeld Ingress YAML er nog bij.

  1. U krijgt via een reactie op het aanvraag formulier te horen welke url u moet gebruiken en welk cluster en namespace voor u is aangemaakt.
  2. Login op https://prod.k8s.rug.nl de Rancher UI.
  3. Selecteer het cluster waarin u wilt deployen.
  4. Upload de deployment YAML bij Workloads -> Deployments -> Create. Zou u geen invoerblok zien, klik dan onderaan op de knop Edit as YAML. Plak het bestand en druk op Create.
  5. Zou u een Service YAML gedefinieerd hebben, Voer dan dezelfde stap uit als bij stap 5 maar dan bij Service Discovery -> Services -> Create -> Cluster IP. Zou u geen invoerblok zien, klik dan onderaan op de knop Edit as YAML en vervang hetgene met de aangepaste Voorbeeld Service YAML.
  6. Zou u een Ingress YAML gedefinieerd hebben, Voer dan dezelfde stap uit als bij stap 5 maar dan bij Service Discovery -> Ingresses -> Create. Zou u geen invoerblok zien, klik dan onderaan op de knop Edit as YAML en vervang hetgene met de aangepaste Voorbeeld Ingress YAML.
  7. Controleer of alles werkt.

Voorbeeld deployment YAML

Een deployment YAML wordt gebruikt om de container te definieren. Hieronder is een voorbeeld gegeven met uitleg:

apiVersion: apps/v1
kind: Deployment
metadata:
  labels:
    app: <app-naam>                              <-- naam van de applicatie of website
  name: <naam-deployment>                        <-- naam van de deployment
  namespace: <naam-namespace>                    <-- naam van de namespace
spec:
  progressDeadlineSeconds: 600
  replicas: 1
  revisionHistoryLimit: 10
  selector:
    matchLabels:
      app: <app-naam>                            <-- naam van de applicatie of website
  strategy:
    rollingUpdate:
      maxSurge: 0
      maxUnavailable: 1
    type: RollingUpdate
  template:
    metadata:
      labels:
        app: <app-naam>                          <-- naam van de applicatie of website
      namespace: <naam-namespace>
    spec:
      containers:
      - image: <adres-container>:latest          <-- adres van container()
        imagePullPolicy: Always
        env: {}
        name: <naam-container>                   <-- naam container
        ports: {}
        resources: {}
        securityContext:
          allowPrivilegeEscalation: false
          privileged: false
          procMount: Default
          readOnlyRootFilesystem: false
          runAsNonRoot: false
        stdin: true
        terminationMessagePath: /dev/termination-log
        terminationMessagePolicy: File
        tty: true
      dnsPolicy: ClusterFirst
      hostAliases:
      - hostnames:
        - mysql01.service.rug.nl
        ip: 192.168.65.3
      imagePullSecrets:
      - name: <naam-pull-secret>                <-- naam van de registry pull secret
      restartPolicy: Always
      schedulerName: default-scheduler
      securityContext: {}
      terminationGracePeriodSeconds: 30

Uitleg

Environment variabelen

Om environment variabelen toe te voegen moet het volgende aan de bovenstaande deployment YAML bestand aangepast worden. Dit werkt op naam waarde basis. Er kunnen een of meerdere naam waarde paren gedefinieerd worden.

        env:
          - name: IETS
            value: "hallo wereld"
Poorten openen

Om poorten te openen moet er het volgende worden toegevoegd in de bovenstaande deployment YAML. Dit werkt op naam waarde basis. Er kunnen een of meerdere naam waarde paren gedefinieerd worden.

        ports:
        - containerPort: <poort-nummer>
          name: <poort-naam>
          protocol: TCP

Voorbeeld Service YAML

apiVersion: v1
kind: Service
metadata:
  name: <naam-service>                           <-- naam van de service
  namespace: <naam-namespace>                    <-- naam van de namespace
spec:
  internalTrafficPolicy: Cluster
  ipFamilies:
  - IPv4
  ipFamilyPolicy: SingleStack
  ports:
  - name: <poort-naam>                           <-- naam van de poort gedefinieerd in de deployment YAML
    port: <poort-nummer>                         <-- inkomende poort nummer gedefinieerd in de deployment YAML
    protocol: TCP
    targetPort: <poort-nummer>                   <-- poort nummer naar deployment toe
  selector:
    app: <app-naam>                              <-- naam van de applicatie of website
  sessionAffinity: None
  type: ClusterIP

Voorbeeld Ingress YAML

apiVersion: networking.k8s.io/v1
kind: Ingress
metadata:
  name: <naam-ingress>                           <-- naam van de ingress
  namespace: <naam-namespace>                    <-- naam van de namespace
spec:
  ingressClassName: nginx
  rules:
  - host: <adres-website>                        <-- url website
    http:
      paths:
      - backend:
          service:
            name: <naam-service>                 <-- naam van de service gedefinieerd in de Service YAML
            port:
              number: <inkomende-poort>          <-- inkomende poort nummer gedefinieerd in de Service YAML
        pathType: ImplementationSpecific
  tls:
  - hosts:
    - <adres-website>                            <-- url website

Deployen via Helm Charts:

Helm is een package manager voor Kubernetes. Het stelt u in staat om complexe applicaties te definiƫren, installeren en upgraden met behulp van "charts". Rancher integreert goed met Helm.

  1. Voeg Helm Repositories toe (indien nodig): Als de chart die u wilt gebruiken zich in een externe repository bevindt, moet u deze eerst toevoegen aan Rancher. Ga naar het cluster, selecteer "Apps & Marketplace" en vervolgens "Repositories". Klik op "Create" om een nieuwe repository toe te voegen. Hier kunt u de repositories verversen om de nieuwste charts binnen te halen.
  2. Lanceer een Chart:
  3. Selecteer "Apps & Marketplace".
  4. Zoek de chart die u wilt deployen (uit de catalogus of een toegevoegde repository).
  5. Klik op de chart en vervolgens op "Install".
  6. Configureer de chart parameters via het formulier of door de YAML-waarden te bewerken.
  7. Selecteer de target namespace.
  8. Klik op "Install".

Log uitlezen van een container

Voor het uitlezen van een log moet het volgende gebeuren:

  1. Open een webbrowser
  2. Login op rancher
  3. Ga naar het gewenste cluster
  4. Ga naar Workloads -> Pods
  5. Zoek de juiste pod op en druk op de drie verticale puntjes aan de rechterkant
  6. In het verschenen menu, klik op View Logs

Herstarten container

Om een container te kunnen herstarten, moet het volgende uitgevoerd worden:

  1. Open een webbrowser
  2. Login op rancher
  3. Ga naar het gewenste cluster
  4. Ga naar Workloads -> Deployments
  5. Zoek de juiste pod op en druk op de drie verticale puntjes aan de rechterkant
  6. In het verschenen menu, klik op Redeploy